De solocarrière van Ringo Starr kent pieken, maar ook veel dalen.
Merkwaardigerwijs was het Ringo die na het uiteenvallen van The Beatles commercieel gezien de beste zaken deed.
Maar na 1975 raakte zowel zijn muziek- als filmcarrière meer en meer in het slop. Verkeerde vrienden, te veel poeder, te veel drank.
Ringo wisselde sneller van platenlabel dan van woonplaats (al heeft hij in Engeland, de VS, Nederland en Monaco gewoond), allemaal tevergeefs. Elke plaat was slechter dan de volgende. Het ultieme dieptepunt was een album dat hij met Elvisproducer Chip Morman opnam in Memphis. Ringo was op dat moment zwaar aan de drank. Toen Morman het album wilde uitbrengen voelde Ringo - inmiddels weer op het rechte pad -zich genoodzaakt om zijn eigen product door de rechter te laten verbieden.
Eerlijk gezegd was het niet eens het slechtste werk van Ringo. Hij nam een aardig duet op met Bob Dylan en wat covers. Waaronder de Billy Swan klassieker I Can Help, waaraan overigens Elvis zich ook al eens vergrepen had.
De laatste jaren gaat het beter met Starr. Hij toert met zijn All-Starr band door Amerika en maakt albums die af en toe opgeleukt worden door bijdragen van bekende artiesten en gezellig voortkabbelen met een enkele positieve uitschieter.
{youtube}nqeleIqkYjo/295/180/1{/youtube}
Ron Bulters