In juni 1961 dook de band samen met Tony Sheridan voor het eerst de studio in.
Hoewel de band zonder Sheridan twee nummers opnamen (cry for a Shadow en Ain't she sweet) werd in oktober 1961 gekozen voor de single My Bonnie met als b-kant The Saints. Producer was de bekende Bert Kaempfert. Omdat het woord Beatles te veel op een ondeugend Duits woord leek werd de plaat overigens uitgebracht als "Tony Sheridan and the Beat Brothers. De plaat haalde een respectabele 5e plaats in de Duitse hitparade.
Berucht is het verhaal dat ene Raymond Jones in oktober 1961 naar de plaat gevraagd zou hebben in de platenzaak van Brian Epstein. Die claimde nog nooit van de band gehoord te hebben (wat raar is want hij verkocht en schreef voor het Liverpoolse muziekblad Mersey Beat, waar ze op de voorkant van hadden gestaan) en bezocht een optreden van hen in de Cavern Club. Epstein viel voor ze (misschien meer vanwege het uiterlijk dan vanwege de muziek) en in december 1961 werd een vergadering belegd over of Epstein hun manager zou worden. Lennon, Harrison en toenmalig drummer Pete Best waren al aan de late kant, maar McCartney moest zelfs thuis gebeld worden. hlj bleek nog in bad te zitten. Epstein was woedend, waarop harrison zei: hij komt wel te laat, maar hij is wel schoon!
In januari 1962 werd het contract getekend (zonder de handtekening van Epstein, die wel een kwart van de inkomsten kreeg) en de rest is geschiedenis. dat originele contract kon overigens worden gewonnen in een prijsvraag, maar de inleg was wel 10 pond. De waarde ligt ver daar boven overigens.
Er zijn 6 versies, namelijk de versie met Duits intro, Engels intro en zonder intro, in stereo en in mono. Hier horen we zowel het Duitse als Engelse intro.
Ron Bulters