Eigenlijk wil ik al weken een blog schrijven over de spirituele weg die George Harrison tijdens zijn leven bewandelde. Een prachtig onderwerp, vind ik zelf. Tegelijkertijd is het ook best een uitdaging om daarbij een goede invalshoek te kiezen. Het verhaal is mooi, maar ook veelomvattend. En het staat dicht bij me. Ik hikte er tegenaan, dacht er uren over na, al wandelend en fietsend. Ik wilde het goed te doen, misschien wel te goed. Zal ik dan maar gewoon beginnen? Dat doe ik het met:




Het was Ravi die George een aantal boeken gaf, die de spirituele gevoelens alleen maar verder aanwakkerden. Met name Autobiography of a Yogi (Paramahansa Yogananda), Raja Yoga (Swami Vivekananda) en de eeuwenoude I Ching. Georges ontdekkingsreis paste in de jaren '60, waarin men in de westerse wereld steeds meer aandacht kreeg voor oosterse spiritualiteit. Die beweging was er al, maar met The Beatles in de voorhoede, kwam alles in een stroomversnelling. Wat volgde waren de contacten met de Maharishi, de Transcedente Meditatie en het bezoek van The Beatles aan India. Waar de rest van de groep de Oosterse spiritualiteit als een interessante fase zag, bleef George zijn leven lang gefascineerd door het mystieke.